Réginald Moreels schrijft provocerend essay over goed en vooral kwaad

0
736

Stel je voor: je bent al dertig jaar chirurg in oorlogsgebieden en je ziet er de gruwelijkste dingen. Hoe kijk je dan naar de mens? Waarom moorden we onze soortgenoten op zo’n meedogenloze manier uit? Moeten we niet besluiten dat de mens slecht is? Réginald Moreels antwoordt bevestigend op die vraag in zijn provocerend essay ‘Is de mens slecht?’ Toch is zijn boodschap niet zonder hoop: we kunnen wel vechten tegen onze agressieve aard. Maar daar moeten we dan echt voor kiezen: ‘Mensenrechten moeten mensenplichten worden’.

In dit boek ontmoeten we oorlogschirurg en ex-minister van Ontwikkelingssamenwerking Reginald Moreels ten voeten uit als de door het leed van de wereld gekwelde mens die toch met al zijn krachten op zoek gaat naar beterschap. Dat hij een boek over goed en kwaad schrijft, is daarom niet verwonderlijk: volgens hem is dit de enig existentieel relevante overweging en misschien wel de nuttigste vraag in ons leven.

Pseudo-religieus geweld trekt zich niets aan van de mensenrechten omdat ze deze ervaart als een puur menselijke uitvinding.

Toch zijn goed en kwaad niet absoluut. Denk aan goede doelen die zich bedienen van kwaadaardige middelen en zo een verschrikkelijk impact hebben. Dat is het duidelijkst bij geweld in naam van God. Het trekt zich niets aan van de mensenrechten omdat ze deze ervaart als een puur menselijke uitvinding. Moreels noemt dat pseudo-religieus geweld: wie in naam van God moordt, gelooft in een fictieve God. Hij bestrijdt niet alleen ingebeelde ongelovigen, maar vermoordt God zelf en verspeelt zijn eigen innerlijkheid.

Eindeloos veel redenen tot geweld

Ook andere heftige overtuigingen kunnen leiden tot repressief geweld. De redenen daartoe zijn eindeloos: om de eigen identiteit te beschermen, om meer macht en bezit te verwerven, onze reflex om voor elke negatieve gebeurtenis een zondebok te zoeken, machtsdrang vanuit politieke ideologieën, onjuist gebruik en onjuiste uitleg van religieuze teksten.

Moreels stelt daarbij een pertinente vraag aan ons westerlingen: ‘Hoe komt het dat de praktijk van de mensenrechten zo ver verwijderd blijft van de theorie?’ Het Westen dissocieert namelijk tussen woord en daad: het heeft de mond vol over mensenrechten maar voert handel met bijna alle regimes die de mensenrechten schenden.

Egoïstische genen?

Dat brengt hem tot de kwestie waar onze gewelddadige natuur toch vandaan komt. Moreels stelt dat wij nog altijd vechten om te overleven omdat we het niet het meest gunstige DNA hebben om ons aan te passen aan de omgeving. Als we willen overleven, moeten we vechten om de macht. Uit macht volgt onrecht, uit onrecht volgt vernedering, uit vernedering volgt geweld. De cirkel is rond.

Als we willen overleven, moeten we vechten om de macht.

Worden we misschien aangestuurd door een egoïstisch gen? Intentioneel kwaad heeft namelijk niets meer te maken met overlevingsmechanismen. Genen bepalen inderdaad informatie om te voelen, denken, bewegen en handelen. Toch bepalen ze niet of we iemand ter hulp snellen of niet, of we iets mooi of lelijk vinden, waarom we iemand sympathiek vinden. Genen zijn amoreel, ze coderen geen deontologische regels, ze coderen eiwitten.

Als onderzoeken geen abnormale genen aantonen bij agressief gedrag, moeten we ervan uitgaan dat andere factoren geweld veroorzaken. Abnormale eiwitten die door een genstoornis worden geproduceerd, leiden effectief tot pathologisch geweld. Voor de rest zal de omgeving altijd de vonk blijven die de sluimerende genen zal doen ontvlammen.

RQ + EQ + SQ = onze goede natuur

Zo komt hij tot de een intrigerende formule: onze slechte natuur komt voort uit een perverse emotionele intelligentie (EQ), gecombineerd met een weinig functionerende rationele intelligentie (RQ) en een niet functionele spirituele intelligentie (SQ). Onze goede natuur ligt dan in het omgekeerde: in een functioneel evenwicht tussen RQ en EQ met een variabele dosis SQ.

Mensen beoordelen op wat ze denken en doen is het beste en enige vaccin tegen racisme.

Rassendiscriminatie is daar een goed voorbeeld van: Hoe komt het dat die nog zo flagrant aanwezig is, ondanks de stortvloed van genetische studies die aantonen dat we allen tot hetzelfde ras behoren? Die zit in de eerste formule: emotioneel, rationeel en spiritueel gaan we in op onze primitieve mechanismen. Als we de tweede formule toepassen, gaan we mensen beoordelen op wat ze denken en doen ongeacht hun kleur, afkomst, gender, geaardheid en religieuze overtuiging. Dat is dan meteen het beste en enige vaccin tegen racisme.

Er is hoop

Dat maakt ook dat Moreels niet verzinkt in cynisme. Ondanks als die mankementen van ons brein en zelfbewustzijn blijven we wel degelijk beschikken over voldoende vrije wil. Dat de mens slecht is, betekent dus nog niet dat hij of zij slecht blijft. Mystieke en bijna dood-ervaringen maken mensen meestal beter en geweldlozer.

Het boek is in die zin een krachtige revolte tegen de perversies van de menselijke natuur. Met als horizon dat we de schade kunnen beperken. Tenminste, als we beslissen om daarvoor te kiezen.

Dat de mens slecht is, betekent nog niet dat hij of zij slecht blijft.

Slechtheid uit zich namelijk niet alleen in moorden, verkrachten, slaan en kwaadsprekerij maar ook in de onverdraaglijke onverschilligheid van honderden miljoen ‘denklozen’ die blijven toekijken langs de kant van de weg. Aan ons om zowel onszelf als anderen daarmee te confronteren en ons gedrag te veranderen.

De ‘gelaatsspiegel’ van de ander

Vandaar dat Moreels  handvaten wil aanreiken  om de natuur van de mens te verbeteren. Een mooie oneliner: ‘De mensenrechten aanvullen met mensenplichten zou een mooi begin zijn’. Daarom houdt hij een vurig pleidooi voor een ethocratie, als verheffing van de democratie. In een ethocratie zijn mensenplichten fundamenteler dan mensenrechten. Alles vertrekt van waarden als fundament van samenleven: respect voor medemens, dier en natuur, eerlijkheid in gedrag, verantwoordelijkheid ten opzichte van anderen en het andere en de waardigheid van elk levend wezen.

Réginald Moreels ervaart zijn werk als oorlogschirurg bij Artsen Zonder Grenzen als zijn beste leerschool in solidariteit zonder complexen. © kerknet.be

De zin van het leven ligt voor Réginald Moreels duidelijk in de overwinning van onze agressieve oorsprongsnatuur ten gunste van solidariteit. Altruïstisch gedrag kan variëren van goedheid, mededogen, beleefdheid, inlevingsvermogen, zorgzaamheid, inzet voor anderen en solidariteit tot echte liefde.

Je merkt in het boek hoe zijn ervaringen bij Artsen Zonder Grenzen hem niet  geconfronteerd hebben met de  meest duistere kanten van de mens. Midden in al die ellende en dat geweld toont diezelfde mens ook ongelooflijke goedheid. Artsen Zonder Grenzen is voor hem zijn beste leerschool in solidariteit zonder complexen en in het  competente actie voeren met het hart.

De oproep om de ander te respecteren is nog steeds revolutionair en verdomd moeilijk om te beantwoorden.

De grote joodse filosoof Emmanuel Levinas ziet de ‘gelaatsspiegel’ van de medemens als een appel tot verantwoordelijkheid. Deze oproep om de ander te respecteren is nog steeds revolutionair en verdomd moeilijk om te beantwoorden. Maar als het lukt, wordt onze samenleving heel wat leefbaarder en wijzelf meer mens. In het ‘ja’ zeggen aan deze imperatief die op ons afkomt, ervaren we een uitweg uit onszelf en weten we onze slechte oorsprongsnatuur te verschalken.

Een heilzame stomp in je maag

Het boek blaast je soms van je sokken. Enerzijds voel je aanvankelijk weerstand om te horen dat de mens slecht is. Anderzijds begrijp je waarom de auteur dat vanuit zijn situatie zo beleeft. Daarom is de hoop die hij doorheen het boek ontwikkelt des te intrigerender.

Niet iedereen zal zijn ethische en psychologische argumentatie volgen. Zo springt hij soms wel snel over van biologie naar ethiek en verwart hij soms ethisch goed met ethisch juist. Maar wat je bijblijft, is de onverwoestbare hoop en de dringende oproep dat het anders moet en anders kan. Een heilzame stomp in je maag …

Recensie: Ilse Cornu
Coverfoto Reginald Moreels © Radio 1

Ook benieuwd naar het boek? Je kunt het hier bestellen bij uitgeverij Halewijn.

Réginald Moreels, Is de mens slecht? Essay over goed en kwaad, Halewijn, 2017.

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here